Eredienst

Datum

Te lezen tekst

Jesaja 53 : 1-5
Handelingen 8 : 26-35

Opname:

Download: Opname

Psalmbord

Ps 17 : 1, 3 (voorzang)
Ps 25 : 2
Ps 119 : 1
Ps 89 : 7, 8 R
Ps 72 : 2, 7 R
Ps 105 : 1 R

Jesaja 53

  1. Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des Heeren geopenbaard?
  2. Want Hij is als een rijsje voor Zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben.
  3. Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.
  4. Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was.
  5. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.

Handelingen 8

  1. En een engel des Heeren sprak tot Filippus, zeggende: Sta op, en ga heen tegen het zuiden, op den weg, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, welke woest is.
  2. En hij stond op en ging heen; en ziet, een Moorman, een kamerling, en een machtig heer van Candace, de koningin der Moren, die over al haar schat was, welke was gekomen om aan te bidden te Jeruzalem;
  3. En hij keerde wederom, en zat op zijn wagen, en las den profeet Jesaja.
  4. En de Geest zeide tot Filippus: Ga toe, en voeg u bij dezen wagen.
  5. En Filippus liep toe, en hoorde hem den profeet Jesaja lezen, en zeide: Verstaat gij ook, hetgeen gij leest?
  6. En hij zeide: Hoe zou ik toch kunnen, zo mij niet iemand onderricht? En hij bad Filippus, dat hij zou opkomen, en bij hem zitten.
  7. En de plaats der Schriftuur, die hij las, was deze: Hij is gelijk een schaap ter slachting geleid; en gelijk een lam stemmeloos is voor dien, die het scheert, alzo doet Hij Zijn mond niet open.
  8. In Zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen; en wie zal Zijn geslacht verhalen? Want Zijn leven wordt van de aarde weggenomen.
  9. En de kamerling antwoordde Filippus en zeide: Ik bid u, van Wien zegt de profeet dit, van zichzelven, of van iemand anders?
  10. En Filippus deed zijn mond open en beginnende van diezelfde Schrift, verkondigde hem Jezus.

Thema voor de preek:

'Jezus verkondigd

  1. tot ontdekking
  2. tot verootmoediging
  3. tot vertroosting