Eredienst

Datum

Te lezen tekst

Handelingen 26 : 14-32

Opname:

Download: Opname

Psalmbord

Ps 66 : 10 (voorzang)
Ps 77 : 8
Ps 139 : 1
Ps 96 : 1, 2 R
Ps 67 : 1, 2 R
Ps 92 : 3, 7 R

Handelingen 26

  1. En als wij allen ter aarde nedergevallen waren, hoorde ik een stem, tot mij sprekende, en zeggende in de Hebreeuwse taal: Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij? Het is u hard, tegen de prikkels de verzenen te slaan.
  2. En ik zeide: Wie zijt Gij, Heere? En Hij zeide: Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt.
  3. Maar richt u op, en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar en getuige der dingen, beide die gij gezien hebt en in welke Ik u nog zal verschijnen;
  4. Verlossende u van dit volk, en van de heidenen, tot dewelke Ik u nu zende;
  5. Om hun ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht des satans tot God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij.
  6. Daarom, o koning Agrippa, ben ik dat Hemels gezicht niet ongehoorzaam geweest;
  7. Maar heb eerst dengenen, die te Damaskus waren, en te Jeruzalem, en in het gehele land van Judea, en den heidenen verkondigd, dat zij zich zouden beteren, en tot God bekeren, werken doende der bekering waardig.
  8. Om dezer zaken wil hebben mij de Joden in den tempel gegrepen en gepoogd om te brengen.
  9. Dan, hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude;
  10. Namelijk dat de Christus lijden moest, en dat Hij, de Eerste uit de opstanding der doden zijnde, een licht zou verkondigen dezen volke, en den heidenen.
  11. En als hij deze dingen tot verantwoording sprak, zeide Festus met grote stem: Gij raast, Paulus, de grote geleerdheid brengt u tot razernij!
  12. Maar hij zeide: Ik raas niet, machtigste Festus, maar ik spreek woorden van waarheid en van een gezond verstand;
  13. Want de koning weet van deze dingen, tot welken ik ook vrijmoedigheid gebruikende spreek; want ik geloof niet, dat hem iets van deze dingen verborgen is; want dit is in geen hoek geschied.
  14. Gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? Ik weet dat gij ze gelooft.
  15. En Agrippa zeide tot Paulus: Gij beweegt mij bijna een Christen te worden.
  16. En Paulus zeide: Ik wenste wel van God, dat, en bijna en geheellijk, niet alleen gij, maar ook allen, die mij heden horen, zodanigen wierden, gelijk als ik ben, uitgenomen deze banden.
  17. En als hij dit gezegd had, stond de koning op, en de stadhouder, en Bernice, en die met hen gezeten waren;
  18. En aan een zijde gegaan zijnde, spraken zij tot elkander, zeggende: Deze mens doet niets des doods of der banden waardig.
  19. En Agrippa zeide tot Festus: Deze mens kon losgelaten worden, indien hij zich op den keizer niet had beroepen.

Thema voor de preek:

'Paulus voor Festus en Agrippa'

  1. Christus verkondigd
  2. Christus afgewezen
  3. Christus genegeerd

Collecten:

  1. Kerk
  2. Eigen Jeugdwerk
  3. Extra collecte voor de kerk

Vergeet u ook onze adoptiekinderen niet?!

U kunt uw gave geven via de Givt app, maar natuurlijk ook overmaken naar een van de rekeningen van de kerk.
Klik hier voor de bankgegevens van de kerk