Eredienst

Datum

Te lezen tekst

Genesis 2: 4-7
Jesaja 64 : 1-12

Opname:

Download: Opname

Psalmbord

Ps 111 : 3(voorzang)
Ps 8 : 4
Ps 102 : 15
Ps 90 : 1, 2 R
Ps 138 : 4 R
Ps 107 : 11 R

Genesis 2

Schepping van den mens

  1. Dit zijn de geboorten des hemels en der aarde, als zij geschapen werden; ten dage als de Heere God de aarde en den hemel maakte.
  2. En allen struik des velds, eer hij in de aarde was, en al het kruid des velds, eer het uitsproot; want de Heere God had niet doen regenen op de aarde, en er was geen mens geweest, om den aardbodem te bouwen.
  3. Maar een damp was opgegaan uit de aarde, en bevochtigde den gansen aardbodem.
  4. En de Heere God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.

Jesaja 64

  1. Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten;
  2. Gelijk een smeltvuur brandt, en het vuur de wateren doet opbobbelen, om Uw Naam aan Uw wederpartijders bekend te maken! Laat alzo de heidenen voor Uw aangezicht beven.
  3. Toen Gij vreselijke dingen deedt, die wij niet verwachtten; Gij kwaamt neder, van Uw aangezicht vervloten de bergen.
  4. Ja, van ouds heeft men het niet gehoord, noch met oren vernomen, en geen oog heeft het gezien, behalve Gij, o God! wat Hij doen zal dien, die op Hem wacht.
  5. Gij ontmoet den vrolijke, en die gerechtigheid doet dengenen, die Uwer gedenken op Uw wegen; zie, Gij waart verbolgen, omdat wij gezondigd hebben; in dezelve is de eeuwigheid, opdat wij behouden wierden.
  6. Doch wij allen zijn als een onreine, en al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed; en wij allen vallen af als een blad, en onze misdaden voeren ons henen weg als een wind.
  7. En er is niemand, die Uw Naam aanroept, die zich opwekt, dat hij U aangrijpe; want Gij verbergt Uw aangezicht voor ons, en Gij doet ons smelten, door middel van onze ongerechtigheden.
  8. Doch nu, Heere! Gij zijt onze Vader; wij zijn leem, en Gij zijt onze pottenbakker, en wij allen zijn Uwer handen werk.
  9. Heere! wees niet zo zeer verbolgen, en gedenk niet eeuwiglijk der ongerechtigheid; zie, aanschouw toch, wij allen zijn Uw volk.
  10. Uw heilige steden zijn een woestijn geworden, Sion is een woestijn geworden, Jeruzalem een verwoesting.
  11. Ons heilig en ons heerlijk huis, waarin onze vaders U loofden, is met vuur verbrand; en al onze gewenste dingen zijn tot woestheid geworden.
  12. Heere! zoudt Gij U over deze dingen inhouden, zoudt Gij stilzwijgen, en ons zozeer bedrukken?

Thema voor de preek:
'Geestelijk onderwijs van de pottenbakker'

  1. Oorsprong
  2. Vernieuwing
  3. Vorming

Na de dienst zingen we in verband met Hervormingsdag twee coupletten uit het Lutherlied

Een vaste burcht is onze God,
Een toevlucht voor de Zijnen
Al drukt het leed, al dreigt het lot,
Hij doet Zijn hulp verschijnen!
De vijand rukt vast aan,
Met opgestoken vaan;
Hij draagt zijn rusting nog
Van gruwel en bedrog,
Maar zal als kaf verdwijnen!

Gods woord houdt stand in eeuwigheid
En zal geen duimbreed wijken,
Beef, satan! Hij, die ons geleidt
Zal u de vaan doen strijken!
Delf vrouw en kind’ ren ’t graf,
Neem goed en bloed ons af,
Het brengt u geen gewin,
Wij gaan ten hemel in
En erven koninkrijken!