Eredienst
Psalmbord
Ps 48 : 4 (voorzang)
Ps 26 : 8
Ps 71 : 2
Ps 91 : 1, 5 R
Ps 32 : 4 R
Ps 68 : 10 R
Deuteronomium 33
Mozes zegent de twaalf stammen
- Dit nu is de zegen, met welken Mozes, de man Gods, de kinderen Israëls gezegend heeft, voor zijn dood.
- Hij zeide dan: De Heere is van Sinaï gekomen, en is hunlieden opgegaan van Seir; Hij is blinkende verschenen van het gebergte Paran, en is aangekomen met tien duizenden der heiligen; tot Zijn rechterhand was een vurige wet aan hen.
- Immers bemint Hij de volken! Al zijn heiligen zijn in Uw hand; zij zullen in het midden tussen Uw voeten gezet worden; een ieder zal ontvangen van Uw woorden.
- Mozes heeft ons de wet geboden, een erfenis van Jakobs gemeente;
- En Hij was koning in Jeschurun, als de hoofden des volks zich vergaderden, samen met de stammen Israëls.
- Niemand is er gelijk God, o Jeschurun! Die op den hemel vaart tot uw hulp, en met Zijn hoogheid op de bovenste wolken.
- De eeuwige God zij u een woning, en van onder eeuwige armen; en Hij verdrijve den vijand voor uw aangezicht, en zegge: Verdelg!
- Israel dan zal zeker alleen wonen, en Jakobs oog zal zijn op een land van koren en most; ja, zijn hemel zal van dauw druipen.
- Welgelukzalig zijt gij, o Israel! wie is u gelijk? gij zijt een volk, verlost door den Heere, het Schild uwer hulp, en Die een Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten treden!
Thema voor de preek:
'Mozes' Nieuwjaars wens'
- De situatie waarin die wens geuit wordt
- De reden waarom die wens geuit wordt
- De grond waarop die wens geuit wordt