Eredienst

Datum

Te lezen tekst

Lukas 15 : 22-32
Efeze 2 : 1-10

Opname:

Download: Opname

Psalmbord

Ps 2 : 4, 7 (voorzang)
Ps 147 : 1
Ps 32 : 3, 6
Ps 133 : 1, 2, 3 R
Ps 66 : 6, 8 R
Ps 138 : 3 R

Lukas 15

  1. Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten;
  2. En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn.
  3. Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden! En zij begonnen vrolijk te zijn.
  4. En zijn oudste zoon was in het veld; en als hij kwam, en het huis genaakte, hoorde hij het gezang en het gerei,
  5. En tot zich geroepen hebbende een van de knechten, vraagde, wat dat mocht zijn.
  6. En deze zeide tot hem: Uw broeder is gekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond weder ontvangen heeft.
  7. Maar hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn vader uit, en bad hem.
  8. Doch hij, antwoordende, zeide tot den vader: Zie, ik dien u nu zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden, en gij hebt mij nooit een bokje gegeven, opdat ik met mijn vrienden mocht vrolijk zijn.
  9. Maar als deze uw zoon gekomen is, die uw goed met hoeren doorgebracht heeft, zo hebt gij hem het gemeste kalf geslacht.
  10. En hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe.
  11. Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden.

Efeze 2

  1. En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden;
  2. In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid;
  3. Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen;
  4. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,
  5. Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden),
  6. En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus;
  7. Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
  8. Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave;
  9. Niet uit de werken, opdat niemand roeme.
  10. Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.

Thema voor de preek:

'Verloren en gevonden'