eredienst
Psalmbord
Ps 31 : 4, 5 (voorzang)
Ps 146 : 1
Ps 2 : 7
Ps 6 : 2, 3, 4 R
Ps 146 : 3 R
Ps 146 : 4 R
Mattheus 9
Het dochtertje van Jaïrus opgewekt Een vrouw genezen
- Als Hij deze dingen tot hen sprak, ziet, een overste kwam en aanbad Hem, zeggende: Mijn dochter is nu terstond gestorven, doch kom en leg Uw hand op haar, en zij zal leven.
- En Jezus opgestaan zijnde, volgde hem, en Zijn discipelen.
- (En ziet, een vrouw die twaalf jaren het bloedvloeien gehad had, komende tot Hem van achteren, raakte den zoom Zijns kleeds aan;
- Want zij zeide in zichzelven: Indien ik alleenlijk Zijn kleed aanraak, zo zal ik gezond worden.
- En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide: Wees welgemoed, dochter! uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van dezelve ure af.)
- En als Jezus in het huis des oversten kwam, en zag de pijpers en de woelende schare,
- Zeide Hij tot hen: Vertrekt; want het dochtertje is niet dood, maar slaapt. En zij belachten Hem.
- Als nu de schare uitgedreven was, ging Hij in, en greep haar hand; en het dochtertje stond op.
- En dit gerucht ging uit door dat gehele land.