Eredienst
Psalmbord
Ps 55 : 1(voorzang)
Ps 132 : 5, 11
Ps 18 : 8
Ps 97 : 6, 7 R
Geb. d. Heeren : 3, 9 R
Avondzang : 1 R
Exodus 25
De gouden kandelaren
- Gij zult ook een kandelaar van louter goud maken. Van dicht werk zal deze kandelaar gemaakt worden, zijn schacht, en zijn rietjes; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen zullen uit hem zijn.
- En zes rieten zullen uit zijn zijden uitgaan; drie rieten des kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten des kandelaars uit zijn andere zijde.
- In het ene riet zullen drie schaaltjes zijn, gelijk amandelnoten, een knoop en een bloem; en drie schaaltjes, gelijk amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo zullen die zes rieten zijn, die uit den kandelaar gaan.
- Maar aan den kandelaar zelven zullen vier schaaltjes zijn, gelijk amandelnoten, met zijn knopen, en met zijn bloemen.
- En daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; alzo zal het zijn met de zes rieten, die uit den kandelaar uitgaan.
- Hun knopen en hun rieten zullen uit hem zijn; het zal altemaal een enig dicht werk van louter goud zijn.
- Gij zult hem ook zeven lampen maken, en men zal zijn lampen aansteken, en doen lichten aan zijn zijden.
- Zijn snuiters en zijn blusvaten zullen louter goud zijn.
- Uit een talent louter goud zal men dat maken, met al dit gereedschap.
- Zie dan toe, dat gij het maakt naar hun voorbeeld, hetwelk u op den berg getoond is.
Thema voor de preek:
'De gouden kandelaar'
- Beeld van Christus
- Beeld van Christus Zijn gelovigen
- Beeld van Christus' gemeente