Eredienst

Datum

Voorganger

Te lezen tekst

Numeri 13
Numeri 14 : 1-9

Opname:

Download: Opname

Psalmbord

Ps 72 : 1 (voorzang)
Ps 89 : 19
Ps 25 : 6
Ps 95 : 4, 5, 7 R
Ps 84 : 3, 4 R
Ps 68 : 10 R

Numeri 13

Bevel om twaalf verspieders te zenden

  1. En de Heere sprak tot Mozes, zeggende:
  2. Zend u mannen uit: die het land Kanaan verspieden, hetwelk Ik den kinderen Israels geven zal; van elken stam zijner vaderen zult gijlieden een man zenden, zijnde ieder een overste onder hen.
  3. Mozes dan zond hen uit de woestijn van Paran, naar den mond des Heeren; al die mannen waren hoofden der kinderen Israels.
  4. En dit zijn hun namen: van den stam van Ruben, Sammua, de zoon van Zaccur.
  5. Van den stam van Simeon, Safat, de zoon van Hori.
  6. Van den stam van Juda, Kaleb, de zoon van Jefunne.
  7. Van den stam van Issaschar, Jigeal, de zoon van Jozef.
  8. Van den stam van Efraim, Hosea, de zoon van Nun.
  9. Van den stam van Benjamin, Palti, de zoon van Rafu.
  10. Van den stam van Zebulon, Gaddiel, de zoon van Sodi.
  11. Van den stam van Jozef, voor den stam van Manasse, Gaddi, de zoon van Susi.
  12. Van den stam van Dan, Ammiel, de zoon van Gemalli.
  13. Van den stam van Aser, Sethur, de zoon van Michael.
  14. Van den stam van Nafthali, Nachbi, de zoon van Wofsi.
  15. Van den stam van Gad, Guel, de zoon van Machi.
  16. Dit zijn de namen der mannen, die Mozes zond, om dat land te verspieden; en Mozes noemde Hosea, den zoon van Nun, Jozua.
  17. Mozes dan zond hen, om het land Kanaan te verspieden; en hij zeide tot hen: Trekt dit henen op tegen het zuiden, en klimt op het gebergte;
  18. En beziet het land, hoedanig het zij, en het volk, dat daarin woont, of het sterk zij of zwak, of het weinig zij of veel;
  19. En hoedanig het land zij, waarin hetzelve woont, of het goed zij of kwaad; en hoedanig de steden zijn, in dewelke hetzelve woont, of in legers, of in sterkten;
  20. Ook hoedanig het land zij, of het vet zij of mager, of er bomen in zijn of niet; en versterkt u, en neemt van de vrucht des lands. Die dagen nu waren de dagen der eerste vruchten van de wijndruiven.
  21. Alzo trokken zij op, en verspiedden het land, van de woestijn Zin af tot Rechob toe, waar men gaat naar Hamath.
  22. En zij trokken op in het zuiden, en kwamen tot Hebron toe, en daar waren Ahiman, Sesai en Talmai, kinderen van Enak; Hebron nu was zeven jaren gebouwd voor Zoan in Egypte.
  23. Daarna kwamen zij tot het dal Eskol, en sneden van daar een rank af met een tros wijndruiven, dien zij droegen met tweeen, op een draagstok; ook van de granaatappelen en van de vijgen.
  24. Diezelve plaats noemde men het dal Eskol, ter oorzake van den tros, dien de kinderen Israels van daar afgesneden hadden.
  25. Daarna keerden zij weder van het verspieden des lands, ten einde van veertig dagen.
  26. En zij gingen heen, en kwamen tot Mozes en tot Aaron, en tot de gehele vergadering der kinderen Israels, in de woestijn van Paran, naar Kades; en brachten bescheid weder aan hen, en aan de gehele vergadering, en lieten hun de vrucht des lands zien.
  27. En zij vertelden hem, en zeiden: Wij zijn gekomen tot dat land, waarheen gij ons gezonden hebt; en voorwaar, het is van melk en honig vloeiende, en dit is zijn vrucht.
  28. Behalve dat het een sterk volk is, hetwelk in dat land woont, en de steden zijn vast, en zeer groot; en ook hebben wij daar kinderen van Enak gezien.
  29. De Amalekieten wonen in het land van het zuiden; maar de Hethieten, en de Jebusieten, en de Amorieten wonen op het gebergte; en de Kanaanieten wonen aan de zee, en aan den oever van de Jordaan.
  30. Toen stilde Kaleb het volk voor Mozes, en zeide: Laat ons vrijmoedig optrekken, en dat erfelijk bezitten; want wij zullen dat voorzeker overweldigen!
  31. Maar de mannen, die met hem opgetrokken waren, zeiden: Wij zullen tot dat volk niet kunnen optrekken, want het is sterker dan wij.
  32. Alzo brachten zij een kwaad gerucht voort van het land, dat zij verspied hadden, aan de kinderen Israels, zeggende: Dat land, door hetwelk wij doorgegaan zijn, om het te verspieden, is een land, dat zijn inwoners verteert; en al het volk, hetwelk wij in het midden van hetzelve gezien hebben, zijn mannen van grote lengte.
  33. Wij hebben ook daar de reuzen gezien, en de kinderen van Enak, van de reuzen; en wij waren als sprinkhanen in onze ogen, alzo waren wij ook in hun ogen.

Numeri 14

Het morrende volk gestraft

  1. Toen verhief zich de gehele vergadering, en zij hieven hun stem op, en het volk weende in dienzelven nacht.
  2. En al de kinderen Israels murmureerden tegen Mozes en tegen Aaron; en de gehele vergadering zeide tot hen: Och, of wij in Egypteland gestorven waren! of, och, of wij in deze woestijn gestorven waren!
  3. En waarom brengt ons de Heere naar dat land, dat wij door het zwaard vallen, en onze vrouwen, en onze kinderkens ten roof worden? Zou het ons niet goed zijn naar Egypte weder te keren?
  4. En zij zeiden de een tot den ander: Laat ons een hoofd opwerpen, en wederkeren naar Egypte!
  5. Toen vielen Mozes en Aaron op hun aangezichten, voor het aangezicht van de ganse gemeente der vergadering van de kinderen Israels.
  6. En Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, zijnde van degenen, die dat land verspied hadden, scheurden hun klederen.
  7. En zij spraken tot de ganse vergadering der kinderen Israels, zeggende: Het land, door hetwelk wij getrokken zijn, om hetzelve te verspieden, is een uitermate goed land.
  8. Indien de Heere een welgevallen aan ons heeft, zo zal Hij ons in dat land brengen, en zal ons dat geven; een land, hetwelk van melk en honig is vloeiende.
  9. Alleen zijt tegen den Heere niet wederspannig! en vreest gij niet het volk dezes lands; want zij zijn ons brood! hun schaduw is van hen geweken, en de Heere is met ons; vreest hen niet!

24.  Doch Mijn knecht Kaleb, omdat een andere geest met hem geweest is, en hij volhard heeft Mij na te volgen, zo zal Ik hem brengen tot het land, in hetwelk hij gekomen was, en zijn zaad zal het erfelijk bezitten.

Thema voor de preek:

'De Heere zegt dat Kaleb anders is'

  1. Hij heeft een andere geest
  2. Hij trekt een andere conclusie
  3. Hem wacht een andere toekomst

Collecten:

  1. Kerk
  2. Onderlinge bijstand en advies
  3. Extra collecte voor de kerk

Vergeet u ook onze adoptiekinderen niet?!

U kunt uw gave geven via de Givt app, maar natuurlijk ook overmaken naar een van de rekeningen van de kerk.
Klik hier voor de bankgegevens van de kerk.