Eredienst

Datum

Te lezen tekst

Romeinen 7 : 7-26
HC; zondag 44, V&A 113

Opname:

Download: Opname

Psalmbord

Ps 127 : 1 (voorzang)
Ps 139 : 1
Ps 147 : 10
Tien Geboden : 8, 9R
Ps 139 : 14 R
Ps 86 : 6 R

Romeinen 7

De werking der Wet

  1. Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren.
  2. Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft in mij alle begeerlijkheid gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood.
  3. En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.
  4. En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden.
  5. Want de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft mij verleid, en door hetzelve gedood.
  6. Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.

Inwendige strijd

  1. Is dan het goede mij de dood geworden? Dat zij verre. Maar de zonde is mij de dood geworden; opdat zij zou openbaar worden zonde te zijn; werkende mij door het goede den dood; opdat de zonde boven mate wierd zondigende door het gebod.
  2. Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.
  3. Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik.
  4. En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe, dat zij goed is.
  5. Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
  6. Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.
  7. Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
  8. Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
  9. Zo vind ik dan deze wet in mij; als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt.
  10. Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens;
  11. Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is.
  12. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?
  13. Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.
  14. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde.

Heidelbergse Catechismus

Zondag 44

Vraag 113
Wat eist van ons het tiende gebod?

Antwoord 113

Dat ook de de minste lust of gedachte tegen enig gebod Gods in ons hart nimmermeer kome, maar dat wij ten allen tijde van ganser harte aller zonden vijand zijn en lust tot alle gerechtigheid hebben.

Thema voor de preek:

'Het tiende gebod: niet begeren. Dat wijs ton op de kern van

  1. de zonde
  2. ons hart
  3. de wet

Vragen bij de preek:

  1. Zijn er ook goede "begeerten"? Waaraan kun je die herkennen(vergelijk bijv. Psalm 27:4)?
  2. Wie en wat hebben we nodig om nooit iets tégen Gods wet te doen maar altijd volgens Gods wet te leven?
  3. Is de wet van God voor u / jou een vreugde of een last en waarom? (zie Mattheüs 11:30).
    Hoe kunnen we gaan belijden wat de dichter in Psalm 119:97 zegt?

Collecten:

  1. Kerk
  2. Diaconaat
  3. Extra collecte voor de Kerk

Vergeet u ook onze adoptiekinderen niet?!

U kunt uw gave geven via de Givt app, maar natuurlijk ook overmaken naar een van de rekeningen van de kerk.
Klik hier voor de bankgegevens van de kerk.