Catechisatie
Datum
-
Type activiteit
Catechisaties
Beschrijving
19.00 - 19.45 uur groep 1 (12-13 jaar)
Leren: De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis, dwazen verachten wijsheid en vermaning. (Spr. 1:7)
20.00 - 20.45 uur groep 2 (14-15 jaar)
Leren: Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen. (Ef. 2: 8-9)
21.00 - 21.45 uur groep 3 (16 jaar en ouder)
Leren: H.C. 43/112 Wat wil God in het negende gebod?
“Dat ik tegen niemand valse getuigenis geef, niemands woorden verdraai, geen achterklapper of lasteraar ben, niemand gemakkelijk en onverhoord oordeel of help veroordelen;
maar allerlei liegen en bedriegen, als eigen werken van de duivel , vermijd, tenzij dat ik de zware toorn van God op mij laden wil;
insgelijks, dat ik in het gericht en alle andere handelingen de waarheid liefheb, oprecht spreek en belijd; ook de eer en het goed gerucht van mijn naaste naar mijn vermogen voorsta en bevorder.“
Kortere versie:
Dat ik niemand vals beschuldig of zijn woorden verdraai, dat ik niet roddel, maar hoor en wederhoor toepas, eerlijk en betrouwbaar ben en de goede naam van mijn naaste zo veel mogelijk bevorder.
Leren: De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis, dwazen verachten wijsheid en vermaning. (Spr. 1:7)
20.00 - 20.45 uur groep 2 (14-15 jaar)
Leren: Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen. (Ef. 2: 8-9)
21.00 - 21.45 uur groep 3 (16 jaar en ouder)
Leren: H.C. 43/112 Wat wil God in het negende gebod?
“Dat ik tegen niemand valse getuigenis geef, niemands woorden verdraai, geen achterklapper of lasteraar ben, niemand gemakkelijk en onverhoord oordeel of help veroordelen;
maar allerlei liegen en bedriegen, als eigen werken van de duivel , vermijd, tenzij dat ik de zware toorn van God op mij laden wil;
insgelijks, dat ik in het gericht en alle andere handelingen de waarheid liefheb, oprecht spreek en belijd; ook de eer en het goed gerucht van mijn naaste naar mijn vermogen voorsta en bevorder.“
Kortere versie:
Dat ik niemand vals beschuldig of zijn woorden verdraai, dat ik niet roddel, maar hoor en wederhoor toepas, eerlijk en betrouwbaar ben en de goede naam van mijn naaste zo veel mogelijk bevorder.