Eredienst

Datum

Voorganger

Te lezen tekst

Genesis 14 : 14 tot Genesis 15 : 6
Psalm 84 : 10-13

Opname:

Download: Opname

Psalmbord

Ps 25 : 2
Ps 18 : 1, 9
Ps 19 : 6
Ps 3 : 2, 3 R
Ps 84 : 5, 6 R
Ps 16 : 3, 4 R

Genesis 14

  1. Als Abram hoorde, dat zijn broeder gevangen was, zo wapende hij zijn onderwezenen, de ingeborenen van zijn huis, driehonderd en achttien, en hij jaagde hen na tot Dan toe.
  2. En hij verdeelde zich tegen hen des nachts, hij en zijn knechten, en sloeg ze; en hij jaagde hen na tot Hoba toe, hetwelk is ter linkerhand van Damaskus.
  3. En hij bracht alle have weder, en ook Lot zijn broeder en deszelfs have bracht hij weder, als ook de vrouwen, en het volk.
  4. En de koning van Sodom toog uit, hem tegemoet (nadat hij wedergekeerd was van het slaan van Kedor-laomer, en van de koningen, die met hem waren), tot het dal Schave, dat is, het dal des konings.

Abram en Melchizédek

  1. En Melchizedek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester des allerhoogsten Gods.
  2. En hij zegende hem, en zeide: Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit!
  3. En gezegend zij de allerhoogste God, Die uw vijanden in uw hand geleverd heeft! En hij gaf hem de tiende van alles.
  4. En de koning van Sodom zeide tot Abram: Geef mij de zielen; maar neem de have voor u.
  5. Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den Heere, den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit;
  6. Zo ik van een draad aan tot een schoenriem toe, ja, zo ik van alles, dat het uwe is, iets neme! opdat gij niet zegt: Ik heb Abram rijk gemaakt!
  7. Het zij buiten mij; alleen wat de jongelingen verteerd hebben, en het deel dezer mannen, die met mij getogen zijn, Aner, Eskol en Mamre, laat die hun deel nemen!

Genesis 15

Belofte aan Abram

  1. Na deze dingen geschiedde het woord des Heeren tot Abram in een gezicht, zeggende: Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot.
  2. Toen zeide Abram: Heere, Heere! wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliezer?
  3. Voorts zeide Abram: Zie, mij hebt Gij geen zaad gegeven, en zie, de zoon van mijn huis zal mijn erfgenaam zijn!
  4. En ziet, het woord des Heeren was tot hem, zeggende: Deze zal uw erfgenaam niet zijn; maar die uit uw lijf voortkomen zal, die zal uw erfgenaam zijn.
  5. Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn!
  6. En hij geloofde in den Heere; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid.

Psalm 84

  1. O God, ons Schild! zie, en aanschouw het aangezicht Uws gezalfden.
  2. Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.
  3. Want God, de Heere, is een Zon en Schild; de Heere zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.
  4. Heere der heirscharen! welgelukzalig is de mens, die op U vertrouwt.

Thema voor de preek:

'Bemoediging'

  1. Vrees
  2. Veiligheid
  3. Overvloed