Eredienst
Opname:
Download: Opname
Psalmbord
Ps 25 : 2
Ps 18 : 1, 9
Ps 19 : 6
Ps 3 : 2, 3 R
Ps 84 : 5, 6 R
Ps 16 : 3, 4 R
Genesis 14
- Als Abram hoorde, dat zijn broeder gevangen was, zo wapende hij zijn onderwezenen, de ingeborenen van zijn huis, driehonderd en achttien, en hij jaagde hen na tot Dan toe.
- En hij verdeelde zich tegen hen des nachts, hij en zijn knechten, en sloeg ze; en hij jaagde hen na tot Hoba toe, hetwelk is ter linkerhand van Damaskus.
- En hij bracht alle have weder, en ook Lot zijn broeder en deszelfs have bracht hij weder, als ook de vrouwen, en het volk.
- En de koning van Sodom toog uit, hem tegemoet (nadat hij wedergekeerd was van het slaan van Kedor-laomer, en van de koningen, die met hem waren), tot het dal Schave, dat is, het dal des konings.
Abram en Melchizédek
- En Melchizedek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester des allerhoogsten Gods.
- En hij zegende hem, en zeide: Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit!
- En gezegend zij de allerhoogste God, Die uw vijanden in uw hand geleverd heeft! En hij gaf hem de tiende van alles.
- En de koning van Sodom zeide tot Abram: Geef mij de zielen; maar neem de have voor u.
- Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den Heere, den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit;
- Zo ik van een draad aan tot een schoenriem toe, ja, zo ik van alles, dat het uwe is, iets neme! opdat gij niet zegt: Ik heb Abram rijk gemaakt!
- Het zij buiten mij; alleen wat de jongelingen verteerd hebben, en het deel dezer mannen, die met mij getogen zijn, Aner, Eskol en Mamre, laat die hun deel nemen!
Genesis 15
Belofte aan Abram
- Na deze dingen geschiedde het woord des Heeren tot Abram in een gezicht, zeggende: Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot.
- Toen zeide Abram: Heere, Heere! wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliezer?
- Voorts zeide Abram: Zie, mij hebt Gij geen zaad gegeven, en zie, de zoon van mijn huis zal mijn erfgenaam zijn!
- En ziet, het woord des Heeren was tot hem, zeggende: Deze zal uw erfgenaam niet zijn; maar die uit uw lijf voortkomen zal, die zal uw erfgenaam zijn.
- Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn!
- En hij geloofde in den Heere; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid.
Psalm 84
- O God, ons Schild! zie, en aanschouw het aangezicht Uws gezalfden.
- Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.
- Want God, de Heere, is een Zon en Schild; de Heere zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.
- Heere der heirscharen! welgelukzalig is de mens, die op U vertrouwt.
Thema voor de preek:
'Bemoediging'
- Vrees
- Veiligheid
- Overvloed