Zomerzangavond

Datum

Opname:

Download: Opname

Programma Zomerzangavond

‘k Ben reizend naar die stad

 

Georganiseerd door Jeugdvereniging 

'Ora et Labora'

 

Organist: Gerben Glasbergen
Cornet: Gertjan van Zuijlen

 

Zingen: Groot is Uw trouw o Heer

1) Groot is Uw trouw o Heer, mijn God en Vader,
er is geen schaduw van omkeer bij U.
Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde,
die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu.

Groot is Uw trouw, o Heer, groot is Uw trouw, o Heer,
iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven,
groot is Uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

2) Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,
en Uw nabijheid, die sterkt en die leidt:
Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst.
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.

Groot is Uw trouw, o Heer, groot is Uw trouw, o Heer,
iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven,
groot is Uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

Opening en gebed

Overdenking: De Gids van de reis

Zingen: Psalm 25: 2, 4 en 6

2) HEER, ai, maak mij Uwe wegen,
Door Uw woord en Geest bekend;
Leer mij, hoe die zijn gelegen,
En waarheen G' Uw treden wendt,
Leid mij in Uw waarheid, leer
IJv'rig mij Uw wet betrachten;
Want Gij zijt mijn heil, o HEER,
'k Blijf U al den dag verwachten.

4) 's HEEREN goedheid kent geen palen;
God is recht, dus zal Hij door
Onderwijzing hen, die dwalen,
Brengen in het rechte spoor.
Hij zal leiden 't zacht gemoed
In het effen recht des HEEREN.
Wie Hem need'rig valt te voet,
Zal van Hem zijn wegen leren.

6) Wie heeft lust den HEER te vrezen,
't Allerhoogst en eeuwig goed?
God zal Zelf zijn Leidsman wezen;
Leren, hoe hij wand'len moet.
't Goed, dat nimmermeer vergaat,
Zal hij ongestoord verwerven,
En zijn Godgeheiligd zaad
Zal 't gezegend aard'rijk erven.

Zingen: Heer wees mijn Gids

1) Heer, wees mijn Gids op heel mijn levenspad,
Wees Gij mijn Gids.
Wijs mij de weg naar Sions gouden stad,
Wees Gij mijn Gids.
Blijf dicht mij bij, Ga stap voor stap mij voor,
Dan ben ’k gerust En veilig volg ’k Uw spoor.

2) ’k Was vroeger blind en dwaalde van het pad,
Want ’k had geen Gids;
Ver dwaalde ’k af, totdat ik ernstig bad:
„Wees Gij mijn Gids”.
Hij heeft ’t verhoord, ’k ben nu verheugd en blij,
Want Jezus kwam en nu is ’t licht voor mij.

3) Nu aan Zijn hand, dwaal ’k nimmer van den weg,
Hij is mijn Gids.
’t Zij door moeras of wel langs struik en heg,
Leidt mij mijn Gids.
Licht, vriend’lijk licht stroomt van Zijn aangezicht,
’k houd daarom steeds mijn oog op Hem gericht.
 

Overdenking: De route van de reis
 

Zingen: Wat de toekomst brengen moge

1) Wat de toekomst brengen moge,
Mij geleidt des Heeren hand;
moedig sla ik dus de ogen
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat Gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig kalme moed!

2) Heer, ik wil Uw liefde loven,
al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig hij, die durft geloven,
ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij Uw wegen duister,
zie, ik vraag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al Uw luister,
als ik in Uw hemel kom!

3) Laat mij niet mijn lot beslissen:
zo ik mocht, ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
Als Gij mij de keuze liet!
Wil mij als een kind behand'len,
dat alleen de weg niet vindt:
neem mijn hand in Uwe handen
en geleid mij als een kind.

4) Waar de weg mij brengen moge,
aan des Vaders trouwe hand
loop ik met gesloten ogen
naar het onbekende land.

Zingen: Psalm 42: 4 en 5

4) 'k Denk aan U, o God, in 't klagen,
Uit de landstreek der Jordaan;
Van mijn leed doe 'k Hermon wagen;
'k Roep van 't klein gebergt' U aan.
'k Zucht, daar kolk en afgrond loeit,
Daar 't gedruis der waat'ren groeit,
Daar Uw golven, daar Uw baren
Mijn benauwde ziel vervaren.

5) Maar de HEER zal uitkomst geven,
Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt;
'k Zal in dit vertrouwen leven,
En dat melden in mijn lied;
'k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht;
En mijn hart, wat mij moog' treffen,
Tot den God mijns levens heffen.

Zingen: Ruwe stormen mogen woeden

1) Ruwe stormen mogen woeden,
Alles om mij heen zij nacht,
God, mijn God zal mij behoeden,
God houdt voor mijn heil de wacht.
Moet ik lang Zijn hulp verbeiden,
Zijne liefde blijft mij leiden:
Door een' nacht, hoe zwart, hoe dicht,
Voert Hij mij in 't eeuwig licht.
 

4) Maar wat lot,'t zij dood of leven,
smaad of eerbetoon, mij wacht,
Jezus zal mij nooit begeven:
ben ik zwak, bij Hem is kracht.
Gunst van mensen, raad van vrinden,
bitt're haat van kwaadgezinden,
hoogte, diepte, vreugd of rouw,
niets ontrooft mij aan Gods trouw.

Overdenking: De brandstof tijdens de reis

Zingen: Elk uur, elk ogenblik

1) Elk uur, elk ogenblik
Steun ik op U;
Uw woord alleen, o Heer!
Vertroost mij nu.
Mijn ziel heeft U van node
Elk uur, elk ogenblik!
o Zegen mij, mijn Heiland!
Tot U kom ik!

2) Mijn ziel behoeft Uw hulp
In vreugd en pijn;
Wil elken dag, o Heer,
Nabij mij zijn.
Mijn ziel heeft U van node
Elk uur, elk ogenblik!
o Zegen mij, mijn Heiland!
Tot U kom ik!

3) Leer mij Uw wil te doen
Steeds meer en meer;
Wil aan mijn ziel Uw Woord
Vervullen Heer!
Mijn ziel heeft U van node
Elk uur, elk ogenblik!
o Zegen mij, mijn Heiland!
Tot U kom ik!

4) Mijn ziel zucht steeds naar U,
O Heilig God!
Ik ben Uw eigendom,
Volzalig lot!
Mijn ziel heeft U van node
Elk uur, elk ogenblik!
o Zegen mij, mijn Heiland!
Tot U kom ik!

Zingen: Ik bouw op U

1) Ik bouw op U
Mijn Schild en mijn Verlosser
Niet eenzaam ga ik op de vijand aan
Sterk in Uw kracht gerust in Uw bescherming
Ik bouw op U en ga in Uwe naam
Sterk in Uw kracht gerust in Uw bescherming
Ik bouw op U en ga in Uwe naam

2) Gelovend ga ik eigen zwakheid voelen
En telkens meer moet ik Uw kracht verstaan
Toch rijst in mij een lied van overwinning
Ik bouw op U en ga in Uwe naam
Toch rijst in mij een lied van overwinning
Ik bouw op U en ga in Uwe naam

3) Ik bouw op U
Mijn Schild en mijn Verlosser
Gij voert de strijd, de huld' is U gewijd
In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan
In rust met U die mij hebt voortgeleid
In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan
In rust met U die mij hebt voortgeleid

Muzikaal intermezzo

Overdenking: Het verlangen tijdens de reis
 

Zingen: Vol verwachting blijf ik uitzien

1) Vol verwachting blijf ik uitzien, tot die dag eens dagen zal.
Dat de Heiland op de wolken, weerkomt met bazuingeschal.
Welk een vreugde zal het wezen. Als mijn oog Hem schouwen mag,
en mijn oor Zijn stem zal horen, op die grote, blije dag!

Welk een uitzicht, Bruidsgemeente! Eeuwig Hem ten eigendom.
Maranatha blijv' ons wachtwoord, amen, ja Heer Jezus, kom!

2) Al de teek'nen onzer dagen zeggen mij: de komst genaakt
van de Bruigom, die Zijn liefste tot Zich roept en haar volmaakt.
O, hoe blijde zal ik wezen, op te trekken met die stoet,
juichend, met ontelb're zaal'gen onze Bruigom tegemoet!

Welk een uitzicht, Bruidsgemeente! Eeuwig Hem ten eigendom.
Maranatha blijv' ons wachtwoord, amen, ja Heer Jezus, kom!                                                                                                                   

3) O, soms voel 'k een sterk verlangen, heimwee in mijn hart ontstaan;
'k vraag mij af dan, dierb're Heiland zijt Gij reeds op weg gegaan?
Neen, het zal niet lang meer duren: Hij verlangt nog meer dan wij.
Maranatha! Blijve 't wachtwoord voor een elk, maar ook voor mij.

Welk een uitzicht, Bruidsgemeente! Eeuwig Hem ten eigendom.
Maranatha blijv' ons wachtwoord, amen, ja Heer Jezus, kom!
 

Zingen: O Heer Jezus kom

1) Kom Heer Jezus, ja kom spoedig
Kom en help ons uit dit dal
'T Wordt zo donker 't is zo angstig
Tranen vloeien overal

O Heer Jezus kom
O Heer Jezus kom
Ja kom haastig
Ja kom haastig
Kom Heer Jezus kom
 

2) Kom Heer Jezus in ons wonen
Maak ons Uw getuigen Heer
Wij belijden onze zonden
Ja vergeef ons alles Heer

O Heer Jezus kom
O Heer Jezus kom
Ja kom haastig
Ja kom haastig
Kom Heer Jezus kom
 

3) Groot o Heer is ons verlangen
U te zien in heerlijkheid
Laat ons zingend U verwachten
Prijzen tot in eeuwigheid

O Heer Jezus kom
O Heer Jezus kom
Ja kom haastig
Ja kom haastig
Kom Heer Jezus kom
 

Gedicht: De beste tijd

Collecte

Zingen: ‘k Ben reizend naar die stad

1) 'k Ben reizend naar die stad,
waar Christus 't licht zal zijn,
om eeuwig daar te zijn bij Hem,
bevrijd van zorg en pijn.

Geen smart meer daar omhoog,
geen smart meer daar omhoog;
God Zelf wist daar de tranen droog,
geen smart meer daar omhoog.

2) Al 't schoon op aarde kleeft
de vloek der zonde aan,
maar in die reine stad kan nooit
de zonde binnengaan.

Geen smart meer daar omhoog,
geen smart meer daar omhoog;
God Zelf wist daar de tranen droog,
geen smart meer daar omhoog.

3) Daar is geen dood, geen rouw,
geen leed, geen zielsangst meer;
maar eeuw'ge blijdschap wacht de ziel
daar boven bij de Heer.

Geen smart meer daar omhoog,
geen smart meer daar omhoog;
God Zelf wist daar de tranen droog,
geen smart meer daar omhoog.

4) Daar is de strijd voorbij,
daar wacht de gloriekroon;
daar vindt de ware strijder rust,
en God Zelf is zijn loon.

Geen smart meer daar omhoog,
geen smart meer daar omhoog;
God Zelf wist daar de tranen droog,
geen smart meer daar omhoog.

Dankgebed

Zingen: Lichtstad met uw paarlen poorten

1) Lichtstad met uw paarlen poorten,
Wond're stad zo hoog gebouwd
Nimmer heeft men op deez' aarde,
Ooit uw heerlijkheid aanschouwd.
Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
Luist'ren naar Zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem.

2) Heilig oord vol licht en glorie
Waar de boom des levens bloeit
En de stroom van levend water
Door de gouden godsstad vloeit.
Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
Luist'ren naar Zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem.

3) Schoon tehuis voor moede pelgrims
Komend uit de zand-woestijn,
Waar zij rusten van hun werken
Bij de springende fontein.
Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
Luist'ren naar Zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem.

4) Wat een vreugde zal dat wezen
Straks vereend te zijn met Hem
In die stad met paarlen poorten
In het nieuw Jeruzalem.
Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
Luist'ren naar Zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem.