Het Brood des Levens

Johannes 6 : 48
“Ik ben het Brood des levens.” 

Proces
Hebt u er wel eens bij stil gestaan wat er allemaal moet gebeuren voordat er bij u een vers brood op tafel ligt? Daar is een heel proces voor nodig. Dat begint bij het zaaien van het zaad in de akker. En dan dat wonder van het ontkiemen van het zaad, het groeien van de halmen. Vervolgens via het oogsten en het malen van de graankorrels; het kneden en het rijzen van het deeg naar het bakken in de hete oven. Daar sta je niet zo gauw meer bij stil als je een snee brood klaarmaakt... 

Lijdensweg
In het gesprek waar we naar meeluisteren in Johannes 6 wijst de Heere Jezus op Zichzelf als het Brood des levens. En ook voor Hem was er een lange weg nodig om het Brood des levens te kunnen zijn!  Indien het tarwegraan niet sterft in de aarde kan het geen vrucht voortbrengen (Johannes 12:24). Ook ten aanzien van de Heere Jezus moest gelden dat daar een sikkel was die de halm afsnijdt; dat Zijn leven werd afgesneden van de aarde. We kunnen denken aan de molenstenen van Gods wet die Hem verpletteren en verbrijzelen. Dan de hete oven, het vuur van de toorn van God waarin Hij geweest is. Dat allemaal, en nog meer, heeft de Heere Jezus moeten en willen ondergaan om het Brood des Levens te kunnen zijn. Zo heeft Hij de oorzaak van onze honger en kommer, namelijk de zonde, wéggenomen. Want een wonder! 
 
Wonder
En het is een wonder dat dit Brood beschikbaar wordt gesteld. Waarom? Omdat wíj eerst hebben gegeten van de verboden vrucht. En het bleek een dodelijke vrucht te zijn! Ten dage dat gij daarvan eet zult gij de dood sterven (Genesis 2:17). De mens heeft moedwillig tegen God en het leven gekozen! 

Kon de mens zelf nog ergens brood vinden dat aan zijn ziel het leven geeft? Nee dat was nergens op aarde te vinden. Zo moet de mens door eigen schuld verhongeren en omkomen.  Doet God dan onrecht als Hij het zo zou laten? Nee, ook niet. 
 
Tegen die achtergrond lezen we nu dat God Brood uit de hemel heeft gegeven! Begrijpt u hoe groot dit wonder is? Want nu lezen we hier dat God Zich ontfermt hééft over zondige mensen. Om tóch de hongerige ziel te verzadigen, en het leven te geven! God wil ons niet laten omkomen, hoewel u en jij en ik het hebben verdiend. 
 
Honger
De oorzaak van onze honger en kommer... Bekende uitdrukking uit het Avondmaalsformulier. Ons leven is geestelijk van nature leeg en onze ziel verkommert. Daar moeten we nu aan ontdekt worden door de Heilige Geest. Anders vullen we dat lege gevoel met allerlei zaken van deze wereld en deze tijd. Maar wie de diepste kern van z’n honger en kommer heeft ontdekt, die moet deze tekst met extra aandacht lezen: Ík ben het Brood des Levens. Nu wordt er voor zulke hongerigen brood beschikbaar gesteld vanuit de hemel!  Als een zondaar met heel zijn hart gelooft dat hij buiten Christus verloren ligt, en met heel zijn hart zijn toevlucht neemt tot die dierbare Zaligmaker Die hij niet meer missen kan, dan wordt het geloof beoefend. Dat is het beste kenmerk van het nieuwe leven. 
 
Bent u nu ook gaan zien dat er in u geen enkele grond in onszelf is en dat het enkel genade is dat er voor u en mij hoop kan zijn? Strekt uw ziel zich hongerig en gelovig uit naar dat Brood dat de Heere klaargemaakt heeft om onze hongerige zielen te voeden?  
 
Voeden en onderhouden
Waar dat gevonden wordt, dan gaat er ook kracht van dat Brood uit. Wat doet brood? Het voedt en onderhoudt. Voedsel geeft het hongerige lichaam weer nieuwe energie om het werk weer te doen. En naast de voeding is er ook het onderhouden. Dat woord geeft aan dat we het regelmatig nodig hebben. Iemand die niet regelmatig en niet gezond eet die wordt ziek, zwak en tenslotte kan hij sterven. 

Zo ligt er een rijke voedingswaarde in dit Brood uit de hemel. Het stilt de honger van mijn ziel want het verzoent de zonde, het voedt met het eeuwige leven. Het brengt het herstel in de gemeenschap met God de Schepper. Alles door het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus.  
 
Vurige liefde
En wat werkt die voedingskracht dan nu uit? Art.35 NGB zegt het in het verband met het Heilig Avondmaal zo: wij zijn bewogen tot een vurige liefde tot God en onze naaste. 
 
Tot God...
Dan zoeken we Hem te eren in onze woorden en daden. In het strijden tegen de zonden. In de verootmoedigen voor Hem. In het nauwkeurig luisteren naar Zijn wil. Vurige liefde ook tot Zijn dienst en de bediening van het Woord. Dat brengt ook vurige liefde tot de naaste teweeg... Die liefde bidt voor de ander, die zegent en vervloekt niet. Die liefde is geduldig en wil de ander dienen. 
 
Wat hebben we daar het Levende Brood toch steeds voor nodig! Om door Zijn liefde gevoed te worden. Om door Zijn liefde geleid te worden. Om vanuit Zijn liefde ook weer de liefde tot de naaste in de praktijk te mogen brengen. Tot eer van Zijn Naam. Tot opbouw van de gemeente.